Onlangs creëerde de gemeente Emmen een eigen blockchain currency. Laten we deze de Emmero noemen. Iedere inwoner van de gemeente werd in de gelegenheid Emmero’s te verkrijgen met een tegenwaarde van maximaal 50 Euro. Om hiervoor in aanmerking te komen diende de inwoner een vragenlijst in te vullen. Behalve een paar vragen over het actuele energieverbruik moest vooral persoonlijke privacybeschermde informatie “vrijwillig” worden verstrekt.
Met de aldus verkregen Emmero’s kon vervolgens bij de plaatselijke bouwmarkt (met landelijke dekking) artikelen worden verkregen in de categorie energiebesparing, zoals ledlampen, tochtstrip, afdichtingskit, e.d. De bouwmarkt kon de verkregen Emmero’s bij de gemeente weer tegen Euro’s inwisselen.
Dit werd commercieel verkocht als een moderne, digitale toepassing van blockchain, en is zelfs internationaal niet onopgemerkt voorbij gegaan.
Behalve dat een groot deel van de Nederlandse bevolking niet voldoende digitaal onderlegd is om de gevolgen van het gebruik van dit systeem voor zichzelf juist te kunnen inschatten, werd in de presentatie geen antwoord gegeven op de volgende vraag: Welke functionele meerwaarde heeft deze blockchain toepassing boven de voedselbon uit de Tweede Wereldoorlog of de puntenwaardebon op het pak koffie?